Overval winkelierster binnenstad Groenlo.
GROENLO
“Toen ik voor de tweede keer op de grond lag, dacht ik: nou is het met me gebeurd. Ik kon wel huilen.” , 83-jarige mevrouw Bramer eigenaresse van een galanteriewinkel in de Groenlose binnenenstad, is de schrik nog te boven. Afgelopen zaterdagg werd zij, vlak na sluitingsgstijd, in haar winkel overvallen. De overvaller, die inmiddels door de politie is aangehouden, eiste de inhoud van de kassa op. Hij gooide de geschrokken vrouw tot twee keer toe op de grond en scheurde daarbij haar jurk, terwijl hij riep: „Ik schiet je neer. Geef me de kassa.” Toen hij ontdekte dat er geen geld in de kassa zat, vluchtte de man de winkel uit. „Achteraf had ik vreselijk spijt dat ik de deur had opengemaakt”, vertelt mevrouw Bramer in haar woonkamer achter de winkel. „Ik had de deur namelijk nét op slot gedaan, maar toen de bel ging dacht ik dat het een kennis was.”
„Toen de man zei: ‘geef me de kassa’, zei ik: ‘Och jong, daar zit niks in’. En dat klopte ook, want er zaten maar dertig losse guldens in. Maar de man geloofde dat niet en gooide me op de grond. Dat lukte hem trouwens eerst helemaal niet, want ik sta nogal stevig op m’n benen. Pas toen hij zag dat er echt niets in de kassa zat, ging hij direct weg. Hij veegde nog gauw even met z’n vuist alle spullen van een stelling. Ik vind het toch zeer laf. Je snapt niet wat er in het hoofd van zo’n man omgaat” Mevrouw Bramer onderbreekt haar verhaal om de haverklap omdat de winkelbel steeds opnieuw naar de winkel roept. De meeste klanten kopen niks. Ze zijn alleen nieuwsgierig naar de overval.
Vervelen
Ondanks de schrik van de overval peinst mevrouw Bramer er niet over om de zaak, die zij sinds de dood van haar man, tien jaar geleden, helemaal in haar eentje runt, aan de kant te doen.
„M’n kinderen voelen niets voor de winkel en ze zeggen me vaak genoeg: mam doe die tent toch dicht. Maar ik zou me dood vervelen als ik niks meer te doen had. De hele dag op een stoel zitten niks doen, dat is niets voor mij. Dit werk heb ik m’n hele leven gedaan. Ik vind het leuk en je blijft er jong bij.” De zaak van Bramer bestaat trouwens bijna zestig jaar. „In 1925 zijn m’n man en ik begonnen”, vertelt mevrouw Bramer trots. „Ik kwam uit Zenderen en mijn man uit Vriezeveen. Hij wilde de galanteriezaak en het café van zijn ouders overnemen, maar ik zei tegen hem: ‘Aan een café begin ik niet. Dan gaat de trouwerij niet door’.
Toen wilde hij een winkel overnemen in Tiel, maar dat dorp stond me niet aan. Ik zei: ‘Nee, nee, Truus gaat niet in Tiel wonen’.” „Via-via hoorden we dat we in Groenlo een winkel konden overnemen. En Groenlo beviel me goed”, aldus mevrouw Bramer, die nu nog steeds haar hand niet omdraait voor het vele werk in de winkel. De inkoop doet ze zelf en regelmatig verandert ze eigenhandig de grote etalages, die met carnavalstijd vrolijk behangen zijn met carnavalsspullen en in de schoonmaakperiode vol staan met schoonmaakspullen. Op dit moment zijn, zo vertelt de koopvrouw vlot, de de religieuze beelden erg in trek.
Bron: De Gelderlander